Petrus Johannes Houtzagers, architect (1857-1944)
Home page van Peter Houtzagers
wit
Inleiding
Op deze pagina brengen wij informatie bijeen over onze overgrootvader en betovergrootvader Petrus Johannes Houtzagers, die, voorzover ons bekend, van 1882 tot 1928 actief was als architect, voornamelijk in en rond de stad Utrecht, maar zo nu en dan ook in andere delen van Nederland.
U vindt hier, naast veel andere zaken, een lijst van uitgevoerde ontwerpen van Houtzagers. Wij weten vrijwel zeker dat hij meer heeft gebouwd dan in onze lijst te vinden is. We leiden dat af uit het feit dat we nog steeds af en toe een werk van hem tegenkomen dat we nog niet kenden, soms dankzij tips van bezoekers van deze site. Indien u dingen weet over Houtzagers die wij nog niet wisten, of anderszins wilt reageren, dan vinden wij dat leuk. Schrijf gerust een mail naar het adres onderaan deze pagina.
Wij hebben ook, uiteraard met haar toestemming, de scriptie opgenomen die Marceline Dolfin in 1984 schreef over Houtzagers voor haar doctoraalexamen Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, en verwijzen daar veelvuldig naar.
Deze pagina, met name de lijst van werken, moet beschouwd worden als work in progress: we zijn nog steeds met enige regelmaat de gegevens aan het aanvullen, checken en corrigeren.
Peter Houtzagers (geb. 1953, achterkleinzoon) en Jaap Houtzagers (geb. 1985, achter-achterkleinzoon).
Leven
Petrus Johannes Houtzagers (hij werd Peter genoemd, zie Van Geel 2018), werd geboren op 13 april 1857 als oudste zoon van Dirk Houtzagers (1821-1876) en Anna Geertruida Ludwig (1818-1901). Petrus Johannes had tenminste één broer, Jacob Dirk (1860-1927). Vader Dirk en zijn voorouders in de mannelijke lijn waren sinds ca. 1760 in Utrecht gevestigd en oefenden vier generaties lang (Dirk meegerekend) het beroep van ‘vleeschhouwer’ (slager) uit. Bij de geboorte van Petrus Johannes woonde het gezin op Jansveld 23. Dit pand was al in het bezit van zijn grootvader Gerrit Willem (1786-1833). Andere familieleden woonden vlakbij, deels in dezelfde straat. Dit had waarschijnlijk met hun activiteiten als vleeshouwers te maken: het Jansveld is het verlengde van de Slachtstraat en tussen het Jansveld en de Voorstraat lag het Grote Vleeshuis.
Hij was een neef van Gijsbertus Houtzagers (1888-1957), dendroloog en directeur van de Heidemaatschappij (Japikse et al. 1938, 706), en een zeer ver familielid van Maria Elisabeth Houtzager (1907-2001), van 1951 tot 1972 directeur van het Centraal Museum. Zie over haar ook Van Schaik 2018. Zoals u ziet was er een klein verschil in achternaam. Bij de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 is namelijk een deel van de familie met, en een deel zonde eind-s geregistreerd.
Vader Dirk overlijdt in 1876 en in 1882 verhuist moeder met haar gezin naar Begijnekade 11. 1882 is tevens het jaar waarin Petrus Johannes zich al als zelfstandig architect vestigt. Volgens de familieoverlevering kwam moeder (Anna Geertruida Ludwig) uit een kapitaalkrachtige familie en was de familie Houtzagers daardoor bemiddeld. Dit verklaart hoe het komt dat Houtzagers al aan het begin van zijn carrière in staat was om als ‘eigenbouwer’ op te treden.
Van 1875 tot 1879 studeert Petrus Johannes bouwkunde bij o.a. Eugen Gugel aan de Polytechnische School in Delft, daarna in Parijs (school niet bekend). Volgens Japikse et al. 1938, 706 was hij enige tijd werkzaam in het buitenland, o.a. in Parijs en Verviers. Waar precies en wat hij daar deed moeten wij nog uitzoeken. Waarschijnlijk was hij enige tijd in de leer bij de Utrechtse architect F.J. Nieuwenhuis (Dolfin 1984, 3.3). Hij was opzichter bij verscheidene architecten en in 1879-1880 buitengewoon opzichter bij de restauratie van het Buitenhof in Den Haag (Rotterdamsch Nieuwsblad 5 juli 1879).
In 1882 vestigt hij zich in Utrecht als architect, en in die stad zal hij op verschillende adressen blijven wonen tot 1918. In 1885 trouwt hij met Carolina Wilhelmina Cornelia de Bruijn. Zij hebben vijf zoons en één dochter. Eén zoon overlijdt als baby. Een andere zoon, Jakob Dirk, verongelukt in 1906 op zijn zestiende jaar door een val van het dak van op de hoek Nobelstraat-Lucasbolwerk, waar hij zat te lezen. Houtzagers woont daar met zijn gezin in een deel van een winkel-huizenblok dat hij zelf in 1895 gebouwd heeft (zie lijst hieronder). In 1907 verhuist het gezin naar Wilhelminapark 24 (ook door hem gebouwd), en in 1918 naar De Bilt, Wilhelminalaan 3. Houtzagers blijft als architect actief tot in ieder geval 1928 – het laatste ons bekende werk van hem dateert uit dat jaar. Als dat klopt, heeft hij gewerkt tot zijn zeventigste of eenenzeventigste jaar. Na de dood van zijn vrouw in 1928 verhuist hij naar de buitenplaats Vegtlust (zie ook hier) in Loenen aan de Vecht, waar hij een teruggetrokken leven leidt. Was hij tot 1928 regelmatig in krantenarchieven te vinden naar aanleiding van aanbestedingen, discussies in de gemeenteraad, lidmaatschap van besturen, jury’s en commissies, of activiteiten van ‘zijn’ School (zie verder) en Museum voor Kunstnijverheid, daarna komt hij alleen nog in de krant met weinig opzienbarende zaken, bijvoorbeeld wanneer hij zijn landgoed beschikbaar stelt voor een concours voor fanfareorkesten, of een vaandel ontwerpt voor een vereniging van gereformeerde meisjes. Op 21 januari 1944 overlijdt hij.
Werk als architect
Tussen 1882 en 1928 ontwerpt Houtzagers een flink aantal gebouwen. Wij, de makers van deze webpagina, zijn geen kusthistorici of bouwkundigen en beperken ons daarom tot het presenteren van een lijst van werken, met illustraties, documentatie, en, waar het ons nodig of interessant lijkt, enige toelichting. Wij zijn uitgegaan van de lijst in de doctoraalscriptie van Marceline Dolfin (1984), maar dankzij de digitalisering en ontsluiting online van heel veel archiefgegevens hebben we die flink kunnen uitbreiden. Voor deskundige besprekingen van Houtzagers’ werk verwijzen wij naar genoemde scriptie en andere publicaties. Onze lijst bevat links en verwijzingen naar vakliteratuur.
Belang
Ook over de kwaliteit en het belang van Houtzagers als architect kunnen wij niet oordelen. Wij zijn niet alleen niet deskundig, maar, als nazaten, bovendien subjectief. Marceline Dolfin schrijft in het nawoord van haar scriptie, dat zij aan het begin van haar onderzoek gehoopt had ‘een miskend genie aan de vergetelheid te ontrukken’, maar komt tot de conclusie dat Houtzagers ‘noch miskend, noch een genie’ was. Wat de miskenning betreft, daarvan was inderdaad geen sprake. Wij stuiten in veel bronnen op kwalificaties als ‘vooraanstaand’ en ‘in die tijd zeer bekend’. Juliette Roding noemt hem zelfs, schrijvend over de jaren waarin het beroemde gebouw van ‘De Utrecht’ werd ontworpen (rond 1900) ‘Utrechts voornaamste architect’ (1977, 12) – hetgeen er overigens niet toe heeft geleid dat hij deze opdracht kreeg. Ook Arjan den Boer heeft het over ‘Utrechts belangrijkste architect van rond 1900’ (2018) en Ineke Pey heeft het over ‘een van Utrechts bekendste architecten voor de elite’ (2004, 206). Met andere woorden, hij kreeg tijdens zijn leven veel erkenning. En hij kon zich ook kritisch uitlaten over de prestaties van anderen: ‘Er zijn vele kleermakers die een deugdelijke jas kunnen maken, maar er zijn slechts enkele coupeurs, die aan de jas een smaakvollen snit vermogen te geven’ (Pey 2004, 331). Wat betreft de genialiteit: er zijn ongetwijfeld redenen waarom Houtzagers niet wereldberoemd is geworden en gebleven, zoals bijvoorbeeld zijn tijdgenoot Berlage en zijn leerling Rietveld. Dolfin en W.L. van Nieuwenhuyzen, welke laatste nogal de loftrompet over hem steekt, zijn het er wel over eens dat hij boven de middelmaat uitstak. Hoe ver en waarom, dat laten wij graag aan anderen over. Wij halen ons plezier uit het speurwerk rond onze voorvader en rond de stad Utrecht.
Actievere en minder actieve jaren
Houtzagers was als architect duidelijk het meest actief tussen 1889 en 1914. Wij weten niet of hij medewerkers in dienst had – afgezien van de herinnering van een oude buurjongen die een tekenaar aan het werk had gezien –, en ook niet of het aantal bouwwerken dat hij verwezenlijkte als groot of klein beschouwd moet worden. Pey noemt hem in een lijstje van ‘succesvolle grote en middelgrote architectenbureaus’ (2004, 336 noot 51), en als je bijvoorbeeld kijkt naar zijn projecten in 1895 en 1896 lijkt het niet waarschijnlijk dat hij al het werk van begin tot eind alleen verricht heeft.
Er zit een opvallend gat tussen 1914 en 1922. Uit die jaren is ons geen bouwproject van hem bekend. Deze jaren vallen natuurlijk samen met de Eerste Wereldoorlog en de economisch moeilijke periode daarna. Men kan zich voorstellen dat dit een ‘dip’ heeft veroorzaakt op bouwgebied. Aan de andere kant is dit juist de periode geweest waarin de Amsterdamse School zijn grote start maakt, en een groot deel van Amsterdam Nieuw-Zuid stamt juist uit deze tijd. Mogelijk verschilde de situatie in Utrecht van die in Amsterdam. Wij hebben dit (nog) niet uitgezocht. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat hij in een persoonlijke of artistieke crisis zat. Het lijkt een nogal lange periode om geen inkomsten te hebben als architect, maar blijkbaar kon hij zich dit financieel veroorloven, en mogelijk had kwam er nog genoeg geld binnen door zijn activiteiten als zakenman. Hij was in die jaren geen gemeenteraadslid meer, maar nog wel actief in de Bond van Nederlandse Architecten en in de Bouwraad.
Nevenactiviteiten
Tussen 1882 en 1928 ontwerpt Houtzagers niet alleen gebouwen, ook daarnaast is hij zeer actief. Zijn nevenactiviteiten liggen dikwijls, maar niet altijd, in het verlengde van zijn werk als architect.
Hij was oprichter en directeur van de Stedelijke Avondschool voor Kunstindustrieel Onderwijs, ook Avondschool voor Kunstnijverheid genoemd (1886-1924), waar hij ook vaktekenen en stijl- en ornamentenleer doceerde, en van het daaraan verbonden Museum voor Kunstnijverheid (1884-1920) aan de Wittevrouwenkade in Utrecht. Een van zijn leerlingen daar was Gerrit Rietveld. In 1902 publiceerde hij een catalogus van de collectie van het museum. Meer over het Museum en de School vindt u in deze twee artikelen uit 2019 en 1993. Het archief van de School en het Museum is te vinden in Het Utrechts Archief onder nummer 1327.
Houtzagers was actief in de Bond van Nederlandse Architecten, onder meer als penningmeester (1908-1911) en voorzitter (1917-1919) en lid van diverse commissies binnen de BNA. Een tijdlang was hij voorzitter van de Bouwraad (gekozen in 1917), ingesteld door het Utrechts Kunstverbond. Verder was hij actief in allerlei verenigingen en commissies die in het verlengde lagen van zijn beroep van architect en zijn positie in het kunstnijverheidsonderwijs.
Bij veel van zijn bouwprojecten was Houtzagers niet alleen als architect, maar ook als zakenman betrokken, bijvoorbeeld als ‘eigenbouwer’ (zie ook Dolfin 1984, 4.2.4), of als eigenaar van de grond. Hij was een van de oprichters van de naamloze Vennootschap tot Exploitatie van Onroerende Goederen (Amsterdam 1890). We komen Houtzagers ook een aantal keren tegen in advertenties waarin hij grond te koop aanbiedt of vraagt, ook op plekken waar hij bij ons weten geen bouwactiviteiten heeft. Het lijkt erop dat hij, naast zijn werk als architect, andere bronnen van inkomsten had.
Van 1896 tot 1913 was hij voor de Anti-Revolutionaire Partij lid van de Utrechtse gemeenteraad. Uit het krantenarchief van Delpher kregen wij de indruk dat hij een nogal actief raadslid was en over veel onderwerpen uitgesproken meningen had. In 1901 stelde hij zich verkiesbaar voor de Provinciale Staten, maar werd niet gekozen.
Houtzagers was lid van de Oranjebond van Orde, een antisocialistische vereniging die zich ten doel stelde de armoede te bestrijden. Zij deed dit in de eerste plaats door arme mensen uit de steden te laten werken in Nederlandse ontginningsgebieden. De Utrechtse afdeling van de Bond richtte de Vereeniging van Volksbaden op, waarvan Houtzagers bestuurslid was. Deze ‘philantropisch-hygiënische instelling’ bouwde en exploiteerde volksbaden, om het voor minder bedeelde en klein behuisde Utrechters toch mogelijk te maken een bad te nemen, en het liefst goedkoop. Houtzagers heeft maar liefst vijf badhuizen in Utrecht ontworpen. Het is niet uitgesloten dat zijn deelname aan de Vereeniging niet geheel onbaatzuchtig was, maar het is ook mogelijk dat hij voor deze ontwerpen slechts een bescheiden honorarium vroeg. Tijdens een vergadering in 1926 van de Utrechtse gemeenteraad, waar Houtzagers in die jaren geen deel meer van uitmaakte, uitte een raadslid zijn ontevredenheid met het badhuis aan de Thorbeckelaan (te weinig ‘badgelegenheid’, in tegenstelling tot de eerdere badhuizen van Houtzagers) en met het feit dat Houtzagers ’twee petten op had’. Een ander raadslid dient hem van repliek en zegt dat Houtzagers niet meer dan ‘het architectentarief’ toucheert. Blijkbaar werd dat beschouwd als een bescheiden beloning. Meer over de badhuizen in Utrecht en Houtzagers bij Van Santen 1990, 149. Voor meer informatie over badhuizen in Utrecht klik hier.
Persoon
Er is niet heel veel bekend over Houtzagers als mens, maar wel iets. Een journalist van het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad die in 1897 door hem werd rondgeleid in het Museum voor Kunstnijverheid noemt hem ‘beschaafd en humaan’ (Van der Meulen 1993, 97). Schaafsma schrijft in zijn biografie van Rietveld: ‘Zijn leermeester, architect P. Houtzagers was een deftig man, die graag zelf van de bok de paarden voor zijn elegante wagentje mende. Nog altijd spreekt Rietveld met dankbaarheid over zijn lessen’ (geciteerd uit Van der Meulen 1993, 95). In de informatie die op het internet over Vegtlust te vinden is, wordt vermeld dat Houtzagers paarden hield en een fraaie collectie rijtuigen bezat. Cor Schilp (1985) schrijft: ‘… geen Utrechter of hij kende Houtzagers, de architect, die aan de bebouwing van Ramstraat en Emmalaan zo’n interessant karakter had gegeven. Een eigenaardige, schilderachtige figuur, niet robuust van gestalte, maar met zijn donkere springende haren en het leuke puntbaardje leek hij de afstammeling van een Spaanse hidalgo. Z’n grote hobby was, en daardoor werd hij zo bekend, om, gezeten op de bok van een soort tilbury, zelf als koetsier de leidsels van de paarden in handen te houden, wanneer hij, het liefst met zijn mooie dochter, door de binnenstad reed. Lopen zag men hem zelden of niet.’ Een uitzondering op dit laatste was natuurlijk de gang naar de kerk op zondag. Zijn vrouw was niet erg gezond en ging met de auto of het rijtuig, maar wij weten over Houtzagers’ Biltse tijd dat hij naar de kerk liep, zoals in sommige protestantse gemeenten nog steeds traditie is (P.J. Houtzagers jr., Autobiografische aantekeningen).
Een buurjongen van Houtzagers in zijn Biltse tijd herinnert zich hem als ‘Een man van stijl, correct en beleefd. Klein van stuk, maar kaarsrecht’. Zie Dolfin 1984, bijlage III.
Houtzagers’ kleinzoon, onze vader c.q. grootvader, ook Petrus Johannes geheten (geb. 1919) is gedeeltelijk door zijn grootouders opgevoed, omdat zijn ouders gescheiden waren toen hij nog klein was. Hij beschrijft zijn grootvader als streng gelovig en keihard, zowel voor zichzelf als voor de familie, en als een zelfstandige en onafhankelijke geest. Hij denkt met weinig plezier terug aan de sfeer, die volgens hem, vooral in de Biltse tijd, kil was en gespeend van iedere tederheid. Toen hij op een keer met zijn fiets een ongelukje had gehad en met schaafwonden thuis kwam, werd hij ‘niet verbonden, doch nog getuchtigd en naar bed gestuurd (…) Wat me hiervan is bijgebleven was de koude wijze waarop een aframmeling werd uitgedeeld. Het schijnt dat ze hun eigen kinderen op dezelfde wijze behandeld hebben’ (P.J. Houtzagers jr., Autobiografische aantekeningen). Het zou kunnen dat deze ‘koude’ houding vooral aan de invloed van Houtzagers’ vrouw te wijten was, want Petrus Johannes jr. meldt dat na haar dood zijn grootvader aanzienlijk vriendelijker en zachter tegen hem werd. Het is natuurlijk ook denkbaar dat Houtzagers met het klimmen der jaren milder werd.
P.J. Houtzagers jr. weet tevens te vertellen dat zijn grootvader een enthousiast teken- en schilderamateur was, twee werken van Toorop bezat en probeerde de weergave van het koperwerk door 17e-eeuwse schilders te imiteren, zonder evenwel de oude meesters te kunnen evenaren (Dolfin 1984, bijlage III).
Beatrice Russo schreef onder de titel ‘Overburen’ een artikel dat onder meer ervan getuigt hoe Houtzagers indruk op haar maakte, niet alleen met zijn gedachten over architectuur, maar ook met zijn gedrevenheid en persoonlijkheid, waar zij warme herinneringen aan heeft. Klik hier.
In een artikel in Utrechtsch Nieuwsblad ter gelegenheid van Rietvelds zeventigste verjaardag (mei 1958) besteedt P.T.A. Swillens ruim aandacht aan Houtzagers als mens en als leraar. Zelfs zijn uiterlijk en kleding worden beschreven.
Houtzagers was streng gereformeerd. Volgens Den Boer 2021 zat hij in zijn Utrechtse tijd ’s zondags in de gereformeerde kerk aan de Maliebaan, waar de vader van zijn leerling Piet Klaarhamer op de kansel stond.
Van der Does en Zweekhorst 2009 suggereren bij hun bespreking van de Constantiahoeve in Woudenberg (zie in de lijst hieronder bij 1893) dat Houtzagers en zijn opdrachtgever van Asch van Wijck vrijmetselaar waren of althans veel sympathie voor de vrijmetselarij koesterden. Dit lijkt ons (althans wat betreft Houtzagers) onwaarschijnlijk, in ieder geval is er in de familie niets over bekend.
Trivia
In 1901 werd Houtzagers door het Utrechtse kantongerecht veroordeeld tot 30 gulden boete wegens het overtreden van een bouwverordening inzake een beerput bij de huizen aan het Wilhelminapark die hij enige tijd daarvoor gebouwd had. Het Openbaar Ministerie keurde zijn handelswijze sterk af: eerst ontkende hij de hem ten laste gelegde feiten, en toen dat niet meer kon, kwam hij daarop terug en trachtte hij zich te verdedigen. Ook werd hem kwalijk genomen dat hij zich schuldig had gemaakt aan praktijken die hijzelf als gemeenteraadslid ten strengste had veroordeeld. Het voorval werd breed uitgemeten in de pers. In deze tijd copieerden lokale kranten nieuws (ook plaatselijk nieuws) van elkaar, dus er werd in het hele land van gesmuld (zie het krantenarchief van Delpher over augustus-september 1901). Meer hierover bij Dolfin 1984, 4.2.4. De zaak komt een aantal keren nogal uitgebreid ter sprake in jaargang 36 (1901) van De Opmerker.
Wat verder nog interessant is, is dat Houtzagers, zolang zijn kleinzoon hem kende, een kleine revolver in zijn achterzak had, voor het geval hij oog in oog met een inbreker of insluiper zou komen te staan. ‘Ik had de indruk dat hij, klein als hij was, niet bang was en niet geaarzeld zou hebben het wapen te gebruiken’ (P.J. Houtzagers jr., Autobiografische aantekeningen).
Bronnen
Houtzagers heeft helaas, voorzover wij weten, geen archief nagelaten. (Er is in Het Utrechts Archief overigens wel een archief van het Museum en de School voor Kunstnijverheid.) Met uitzondering van enkele foto’s en de weinige persoonlijke herinneringen aan hem van zijn kleinzoon P.J. Houtzagers junior, deels mondeling overgeleverd en deels opgeschreven in zijn Autobiografische aantekeningen (zie Bibliografie), hebben wij het moeten hebben van
- mensen die over hem en zijn werk geschreven hebben en
- archief- en ander snuffelwerk, meestal via internet.
Wat 1 betreft was onze basis en ons uitgangspunt de doctoraalscriptie van Marceline Dolfin (1984), die via deze webpagina te raadplegen is, verrijkt met het werk van andere auteurs, van wie we hier alleen Arjan den Boer noemen, auteur van enkele uitgebreide artikelen in DUIC (De Utrechtse Internet Courant) over het werk van – onder veel meer – Houtzagers, met ook fraaie foto’s van zijn hand. Meer publicaties worden genoemd in de Bibliografie.
Bij 2 speelt het materiaal uit Het Utrechts Archief (HUA) een vooraanstaande rol, maar ook het krantenarchief van Delpher – dat veel aanbestedingen heeft opgeleverd, vooral in het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad –, bouwkundige periodieken zoals De Opmerker en allerlei meer en minder gericht gegoogle. Ook hebben enkele mensen die deze pagina hebben gezien ons gewezen op werk van hem dat wij nog niet kenden. We hebben veel vriendelijke medewerking gekregen van medewerkers van Erfgoed, Gemeente en Gemeentearchief Zeist.
Bij het opnemen van afbeeldingen op onze eigen website hebben we ons gehouden aan de copyright- en de privacywetgeving. Bij foto’s staat de bron in het algemeen op een rand vermeld, mogelijk moet u scrollen om dit te zien. Bij bouwtekeningen staat de bron bij de plaats van waaruit gelinkt wordt.
Lijst van bouwwerken
Toelichting
De meeste items beginnen met een thumbnail. De thumbnails zijn klikbaar en brengen u naar een afbeelding van het betreffende object, indien beschikbaar.
De labels Ⓡ en Ⓖ betekenen respectievelijk ‘Rijksmonument’ en Gemeentelijk monument’. Als zo’n Ⓡ of Ⓖ blauw is, is hij klikbaar en linkt hij naar een monumentenlijst, bijvoorbeeld die van Cultureel Erfgoed. Na het symbool🔨 vindt u een link naar een aanbesteding.
De lijst is geordend op jaartal. Het is ons streven het jaar aan te geven waarin Houtzagers het betreffende werk heeft ontworpen. Als we in een archief een of meer bouwtekeningen hebben gevonden, vermelden we het betreffende werk onder het jaartal dat op de bouwtekening staat. Als we het werk in een andere bron hebben gevonden en geen gedateerde bouwtekening hebben, vermelden het jaar dat in die bron wordt vermeld.
Bouwtekeningen komen meestal uit Het Utrechts Archief (HUA), en wel uit de bouwdossiers, die makkelijk online te vinden zijn op adres en jaartal. In die gevallen wordt geen archiefnummer vermeld, maar alleen ‘HUA’. Als het bouwdossier uit een ander archief komt of moeilijker te vinden is (bijvoorbeeld niet onder het verwachte adres), vermelden wij het archief en het archiefnummer. De bouwdossiers bevatten vaak meer dan één tekening. Wij tonen er meestal maar één, liefst één waarop de buitenkant van het gebouw herkenbaar is.
Bouwtekeningen van na 1910 zijn over het algemeen wel online te vinden en te bekijken, maar mogen niet gepubliceerd wordenom redenen van privacy. We vermelden dan bijvoorbeeld ‘HUA, nt. publ.’ U kunt die bouwdossiers wel zelf online vinden. Bij aanvraag worden ze u meestal binnen enkele minuten per mail toegestuurd.
Bij de bouwdossiers van HUA staat ook vrijwel altijd waar de goedkeuring van het betreffende project te vinden is in de notulen van de Commissie van Fabricage. Ook deze notulen zijn gedigitaliseerd en op internet te vinden (klik hier). De files op internet gaan over een gedeelte van een bepaald jaa. Binnen zo’n file vindt men eerst zeer korte samenvattingen van de diverse bouwprojecten over de betreffende maanden, en verderop de hele correspondentie over de diverse projecten. Wij noemen op deze pagina de Commissie van Fabricage alleen als deze extra informatie biedt.
Bij elk werk dat besproken wordt – niet slechts genoemd – in de scriptie van Marceline Dolfin (1984) vermelden wij de paragraaf/paragrafen in de scriptie waar die bespreking te vinden is. De volledige scriptie is te raadplegen via deze pagina.
Veel gebruikte afkorting: HUA = Het Utrechts Archief.
Lijst
1882 Zeist, Wilhelminapark. Bouw van een villa (of villa’s). Afgebroken, waarschijnlijk in de jaren 1950-1960, zie Blijdenstein 1984a, 74. Een afbeelding van een villa is gepubliceerd in Bouwkundig Weekblad 1883 (klik op de thumbnail links). Hier staat ook een beschrijving door Houtzagers van het gebouw, met opgave van de kosten. Waarschijnlijk had Houtzagers zelf het perceel gekocht en op eigen kosten een villa laten bouwen, en misschien meer dan één, want hij biedt op 14 juni 1882 in de krant Nieuws van de Dag ‘bouwgrond en villa’s’ te huur of te koop aan in het Zeister Park (de vroegere naam van het park, dat net was aangelegd), ‘dadelijk te aanvaarden’. Op 7 april 1883 biedt hij in dezelfde krant één villa te koop of te huur aan. Geen foto bekend. Dolfin 1984, 4.2.4, 5.2.
1882 Den Bommel (Goeree-Overflakkee), Schoolweg 2. Bouw van een gemeenteschool met onderwijzerswoning. Kleine school die dienst gedaan heeft tot 1935, daarna boerenbedrijf, nu woning. Geen bouwtekeningen bewaard gebleven, maar wel een brief over de goedkeuring van het bouwplan (Streekarchief Goeree-Overflakkee). Oude ansichtkaart. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 14/08/1883.
1883 Middelharnis (Goeree-Overflakkee), Beneden Zandpad 7. Bouw van de Openbare Lagere School. Dolfin 1984, 5.2. Oorspronkelijk twee scholen (jongens en meisjes apart) met twee onderwijzerswoningen. Het gebouw ligt midden in het dorp en heeft bijna 100 jaar dienst gedaan als school, is nu een sociaal-cultureel centrum (Het Diekhuus). Bouwtekening (Streekarchief Goeree-Overflakkee, cat.nr. D19-12). Oude ansichtkaart. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 13/07/1883.
1884 Utrecht, Wittevrouwenkade 6 (huidig adres) Ⓡ. Verbouwing. Rijksmonument dus, maar hoogstwaarschijnlijk was dat niet de verdienste van Houtzagers. Het is namelijk de overgebleven rechtervleugel van een veel ouder, afgebrand gebouw. Houtzagers heeft alleen de binnenkant verbouwd om het geschikt te maken voor zijn Museum van Kunstnijverheid. In 1884 verbouwde hij de slechts de eerste en tweede verdieping van een deel van het gebouw. In 1886 werd er ook een School van Kunstnijverheid opgericht, lessen vonden ook plaats in dit gebouw. Daarna vonden er nog verschillende verbouwingen plaats, onder andere in 1896 en 1897 (bouwtekening, archiefnr. 4282-105-260). Inmiddels was het gehele pand in bezit gekomen van het Museum en de School voor Kunstnijverheid.
1885 Zeist, Badhuislaan, later Weeshuislaan 6-10. Bouw van Zeister bad- en waschinrichting. Dit badhuis was een kort leven beschoren, het werd namelijk al gesloten in 1892. In 1913 werd het verbouwd tot woonhuis en in 1990 werd het gesloopt. Over de geschiedenis van het badhuis zie hier en zie Visser 2002. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 24/01/1885.
1886 Zeist, naast Driebergeweg 6. Bouw van een villa. Adres volgens nieuwe nummering nog niet duidelijk. Het oude adres luidde ‘Driebergscheweg B42a’. Hier woonde van 1886 tot zijn (vroege) dood eind 1891 dr. J.W.C. Ermerins. Op nr. 6 stond Klein Schoonoord. In 1886 kocht Ermerins twee bospercelen naast nr. 6 (Weekblad voor Zeist, Driebergen en Omgeving 18/09/1886), en in datzelfde jaar liet hij Houtzagers een villa bouwen. Waarschijnlijk gesloopt, in ieder geval hebben Driebergseweg 4, 6 en 8 plaats gemaakt voor appartementencomplex Park State (Blikkenburglaan). Naar een foto van deze villa wordt nog gezocht.🔨 06/11/1886. In de aanbesteding wordt niet J.W.C. maar A. Ermerins vermeld. Dit is ofwel een fout, of een famielielid van Ermerins heeft de bouwopdracht gegeven. Dit is een van drie villa’s vlak bij elkaar waar Houtzagers als architect bij betroken was. In 1889 bouwt hij Driebergseweg 4 en in 1896 verbouwt hij Driebergseweg 8 (zie verder in deze lijst). Grappig genoeg waren alle drie de bewoners artsen, die dus buren of bijna-buren waren.
1888-1889 Utrecht, Verenigingstraat. Bouw van 84 werkmanswoningen (in ieder geval de huidige nrs. 1-73 en 2-74) in opdracht van de Bouwcoöperatie Nut door Spaarzaamheid. Blijkbaar was dit een landelijk uniek project, bedoeld om arbeiders aan een eigen huis te helpen, zie dit krantenartikel. De bouwtekeningen in HUA (toegang 4006, 4270-47-446, 4270-49-209) zijn onvolledig, maar er is er een met de handtekening van Houtzagers. Verder wordt hij genoemd in zojuist genoemd krantenartikel en in de aanbesteding. 🔨 Utr. prov. en sted. dagblad 04/01/1889.
1889 Utrecht, Trans 19, hoek Nieuwegracht. Bouw van Oranjesociëteit ‘Sic Semper‘ (Moge het altijd zo blijven) Ⓡ. Dit was een prijsvraag die Houtzagers heeft gewonnen. Een van de andere deelnemers was Berlage, die Houtzagers en alle andere deelnemers ‘versloeg’ met het beroemde ontwerp voor de Amsterdamse Beurs in 1884. Bouwtekening (HUA). Dolfin 5.3.1, 5.3.3.2. Zie ook Stenvert 2012: 111-113. Artikel met foto’s van Arjan den Boer in DUIC (2018). 🔨 Utr. prov. en sted. dagblad 12/04/1889.
1889 Utrecht, Nobelstraat 2. Bouw van notariskantoor met bovenwoning. Later nog verscheidene keren verbouwd. Een van ons herinnert zich uit zijn studententijd (jaren 1970) dat er een café gevestigd was met de provocerende naam ‘Zeezicht’. Nu is het ook een horeca-bedrijf, genaamd ‘Florin’. Bouwtekening (HUA). 🔨 Utr. prov. en sted. dagblad 26/04/1889.
1889 Zeist, Driebergseweg 4, Lageweg 1a. Bouw van een villa met stal- en koetshuis. Het koetshuis Ⓖ staat er nog (Lageweg 1a) en is nu een woonhuis. Er hoort ook nog een bijgebouw bij in dezelfde stijl. Zie verder het volgende item.
1889 Zeist. Voortzetting van het vorige item. De villa stond op Driebergseweg 4 en heette ‘Sunnyside’. Hij is in de jaren 1970 gesloopt, net als Driebergseweg 6 en 8 (en nog een villa van zijn hand die waarchijnlijk naast nummer 6 stond, zie bij het jaartal 1886) en hier verrees het appartementencomplex Park State. Aan de foto te zien was het huis vóór de sloop al flink in verval. De bouwtekening is onvolledig: de villa zelf ontbreekt, bovendien bevindt de tekening zich in HUA op een onverwachte plek, namelijk in de collectie van de Evangelische Broedergemeente Zeist. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 23/01/1889. De bouwtekening en de aanbesteding vermelden Dr. K. Snellen als opdrachtgever. Dit is is overeenstemming met het adresboek van Zeist uit 1905. Dit terrein maakte daarvoor deel uit van de buitenplaats Schoonoord, zie ook de villa naast Driebergseweg 6 (1886) en Driebergseweg 8 (1896).
1889 De Bilt. Villa met paardenstal op ‘Buitenzorg’. Dit is Dorpsstraat vo Steenstraat 76. Het is niet duidelijk waar de aanduiding ‘Buitenzorg’ op slaat. Nog geen foto, wel Google Streetview. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 25/07/1889.
1890 Utrecht, Oudwijkerlaan 8 Ⓖ. ‘Kerklocaal met toebehoren’. Dit is de Katholiek-Apostolische kerk. Bouwtekening. Houtzagers’ naam komt niet op de tekeningen of de documenten van de Commissie van Fabricage voor. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/06/1890.
1890 Utrecht, Oudegracht 93. Bouwen werkplaats voor het vervaardigen van gouden voorwerpen achter het pand van Jan Wefers Bettink. Bouwtekening. (HUA; Houtzagers’ handtekening ontbreekt)🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/06/1890. In 1900 verbouwt Houtzagers deze werkplaats, die dan ‘fabrieksgebouwen’ genoemd wordt. Bouwtekening (HUA). Het pand is al lang geleden gesloopt. Het stond vlak bij de hoek lange Viestraat-Oudegracht, daar waar ouderen zich de Galeries Modernes herinneren (zie artikel van Arjan den Boer). Geen foto van de oude toestand voorhanden. De thumbnail linkt naar een beeld van het pand op een bouwtekening uit 1926. Dit was lang na de ingrepen van Houtzagers, deze heeft waarschijnlijk niets aan de facade veranderd. maar voordat het gebouw opging in de Galeries Modernes. Sowieso heeft Houtzagers
1890 Amersfoort, Kalfsveld. Bouw villa. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 10/07/1890.
1892 Utrecht, Ramstraat 23-25. Bouw herenhuizen Ⓡ. Het gaat om de linker twee van het blok van drie huizen op de foto. Bouwtekening (HUA). Dolfin 1984 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 27/04/1893.
1892 Utrecht: Ramstraat 29. Bouw herenhuis. Bouwtekening (HUA). Dolfin 1984 5.3.1.
1892 Soest, Steenhoffstraat 2-4. Bouw Raadhuis Ⓖ. Bij de opening van het Raadhuis op 24 maart 1893 werd aan de burgemeester plechtig een oorkonde overhandigd (Archief Eemland), ‘waarna het gebouw in gebruik is gesteld opdat het onder den milden Zegen des Allerhoogsten voor het verste nageslacht moge strekken tot bevordering van den bloei der gemeente Soest en de belangen der ingezetenen en niet het minst als een welsprekend gedenkteken der eendracht en goede gezondheid der Burgerij’. Dolfin 1984 5.3.1. Zie ook Blijdenstein en Kooiman 1996, 84; Stenvert et al. 1996, 201.
1893 Utrecht, Schoolplein 9 (tot 1931: Schoolplein 28b). Bouw Ambachtsschool met directeurswoning (samen met D. Kruijf). In de jaren 1980 is de school afgebroken, de directeurswoning staat er nog Ⓖ. Huidig adres Joke Smitplein 119. Bouwtekening (HUA). Aan de foto’s is te zien dat het een behoorlijk groot gebouw was: foto 1, foto 2 (beide uit 1902, HUA). Dolfin 1984 5.3.1. Zie ook Van Santen 1990, 90. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 27/04/1893.
1893 Woudenberg, Zeisterweg 82-84. Buitenplaats De Viersprong. Bouw landhuis, ooit genaamd Constantiahoeve Ⓡ, op vroegere landgoed Henschoten, nu deel van Den Treek-Henschoten. Nog een foto voorkant, achterkant. Oude foto (tussen 1900 en 1905, HUA). In Van der Does en Zweekhorst 2009 wordt uitgebreid aandacht besteed aan Houtzagers in het algemeen en zijn rol als architect van de Constantiahoeve in het bijzonder. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/07/1893.
1893 Woudenberg, Zeisterweg 82-84. Hoort bij project hierboven. Bouw koetshuis Ⓡ bij landhuis op buitenplaats De Viersprong
1894 Utrecht, Museumlaan 7. Bouw villa Nieuw Beresteijn Ⓡ. De naam van deze villa is geïnspireerd op die van de buitenplaats Beresteyn in Voorschoten, waar de familie van de opdrachtgever, Willem Frederik van Iterson, enkele decennia had gewoond. De Van Itersons waren geparenteerd aan de familie Van Kempen, zie onder jaartal 1895 (Voorschoten). Bouwtekening (HUA). Nog een foto. Dolfin 1984 5.3.1, 5.3.3. Pey 2004, 159. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 20/01/1894.
1894 Utrecht, Ramstraat 27. Bouw woonhuis Ⓡ. In het bouwdossier staat het huisnummer niet vermeld en er is geen tekening. Maar we kunnen aannemen dat dit Ramstraat 27 is, dat vastgebouwd is (rechts) aan de nummers 23-25 uit 1892.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 24/11/1894.
1894 Utrecht, Zadelstraat 30. Verbouwing winkelpand. (Was in 1892 ook al verbouwd.) Bouwtekening (HUA). Dolfin 1984 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 24/10/1894.
1895 Utrecht, Jansdam 10. Bouw huis, behorend bij Hôtel des Pays Bas. De bouwtekeningen bevatten de handtekening van de opdrachtgever, niet die van Houtzagers, maar in E. &M. Cohen (ca. 1900) is een tekening gepubliceerd (plaat 44) met Houtzagers’ naam eronder en met de vermelding ‘Het gebouw is ca. 1895 ontworpen door de architect P.J. Houtzagers’. Dat jaartal klopt, het bouwdossier dateert uit 1895. Bouwtekening. (Tot nu toe is het niet gelukt het huis in zijn geheel te fotograferen vanwege hinderlijke objecten op de voorgrond.)
1895 Utrecht, Vredenburg 2, hoek Vredenburg-Drieharingstraat. Bouw van gebouw Stichtsche Bank, later Twentsche bank. Foto met ook zijgevel. In 1969 is in dit gebouw, waar toen een Chinees restaurant gevestigd was, brand uitgebroken (zie foto). Daarna is het gesloopt en vervangen. Bouwtekening (HUA). Het stond, vanuit het Vredenburg gezien, in de rechterhoek met de Drieharingstraat. Het gebouw in de linkerhoek is later vervangen door het fraaie Jugendstilgebouw dat de ouderen kennen als Hotel Noord-Brabant, nu parfumerie Douglas. Hier ziet men Hotel Noord-Brabant naast de Stichtsche bank (jaren 1910, HUA). En hier ziet men rechts naast het gewezen Noord Brabant het gebouw dat er nu staat.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/04/1894. In 1908 vinden naar ontwerp van Houtzagers verbouwingen plaats. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 05/05/1908.
1895 Utrecht, Nobelstraat 28-30/Lucasbolwerk 2. Bouw van blok winkelwoonhuizen Ⓖ. Bouwtekening (HUA). Ansichtkaart van rond 1900 (HUA). Bij dit project is Houtzagers ‘eigenbouwer”. Dolfin 1984, 4.2.4, 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 30/01/1895.
1895 De Bilt. Afbreken 2 gebouwen en bouwen magazijn. Adres nog niet getraceerd. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 06/12/1895.
1895 Voorschoten, Leidseweg 206-232 Ⓖ. Bouw blok van 14 burgerwoonhuizen, bestemd voor het kantoorpersoneel van de firma van de zilversmeden Van Kempen en Begeer. Deze groep vond de woningen echter niet goed genoeg, zodat ze werden herbestemd voor het hogere echelon van de arbeiders. Ze staan schuin tegenover de buitenplaatsen Berbice en Beresteyn, die toen eigendom waren van de familie Van Kempen en waar ook fabriek van Van Kempen en Begeer stond. Het bedrijf had Utrechtse roots en Houtzagers kende de families. Zie Scheffer 2014, 184. Dolfin 1984 4.2.3, 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 21/08/1895.
1896 De Meern, Rijksstraatweg 74. Verbouwing van gebouw tot Gemeentehuis Oudenrijn Ⓖ. Nog een foto. Ansichtkaart 1905-1910 (HUA). Zie ook Stenvert et al. 1996, 165. Helaas is hier geen bouwdossier van bewaard gebleven. Wel een aanbesteding: 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/09/1896.
1896 Utrecht, Choorstraat. Afbreken percelen nrs. 2, 4 en 6 en bouwen van nieuw winkelwoonpand op nr. 6 Ⓖ. Bouwtekening (HUA). Zie Van Hulten et al. 1992. Foto Wikimedia. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 03/02/1896. Op dit ogenblik is er geen Choorstraat 4, dus de percelen zijn in 1896 herverdeeld, waarschijnlijk zijn nrs. 2 en 4 bij elkaar gevoegd.
1896 Utrecht, Choorstraat 2. Bouw kantoor voor Verzekerings Maatschappij ‘Kosmos’ Ⓡ Bouwtekening (HUA), gepubliceerde tekening (HUA cat.nr. 206823). Dit pand is daarna nog enkele keren aangepast. Dolfin 1984 5.3.1. Zie ook Stenvert et al. 1996, 276. Het eerste voorstel van Houtzagers werd door Gemeentewerken te uitbundig gevonden en moets wat worden versoberd, zie Pey 2004, 206.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 10/04/1896.
1896 Utrecht, Oudegracht 176/Korte Nieuwstraat 5. Verbouwing drukkerij ‘Bosch en Zn.’ (nogmaals vergroot en verbouwd door Houtzagers in 1904, 1910, 1922, 1926 en 1928). Bouwtekening 1896, bouwtekening 1910 (HUA). Bouwtekeningen 1922-1928 HUA nt. publ. Kleurentekening voorgevel Oudegracht, zwart-wittekening achtergevel Korte Nieuwstraat (beide 1896, HUA). Foto achtergevel jaren 1910 (HUA). 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/06/1896. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 03/11/1910.
1896 Utrecht, Concordiastraat. Bouw van woningen voor woningbouwvereniging ‘Concordia’. Dit vormt één project (samen 43 woningen) met het volgende item in deze lijst (woningen ‘vlak om de hoek’ aan de Amsterdamsestraatweg. Er zijn twee modellen: A en B. Aan de Concordiastraat gaat het bijna alleen om model A. Op de bouwtekening staat ook een overzichtskaartje van het hele project (HUA). Op de Concordiastraat staat een veel greoter aantal huizen van dit model (vrijwel de gehele straat). Wij nemen aan dat de woningbouwvereniging deze huizen later volgens Houtzagers’ ontwerp heeft bijgebouwd. Dolfin 1984 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 22/07/1896.
1896 Amsterdamsestraatweg. Bouw enkele woningen. Zie vorige item in deze lijst. Aan de Amsterdamsestraatweg gaat het over woningen volgens model B. Bouwtekening (HUA). Dolfin 1984 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 22/07/1896.
1896 Zeist, Woudenbergseweg 3. Bouw villa ‘Anna’ Ⓖ. Waarschijnlijk genoemd naar een van de twee freules De Geer voor wie het huis gebouwd was. Zie Blijdenstein 1984d, 267-269. Google Maps Streetview. Dolfin 1984 5.3.1. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 14/12/1896.
1896 Nijkerk. Gedeeltelijk herbouwen en vergroten van de buitenplaats Voërst, bouwen van stal en koetshuis met twee woningen. Tot nu toe is van dit project slechts een aanbesteding bekend: 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 1896. Het hoofdgebouw is in 1937-’38 afgebroken, het koetshuis Ⓖ staat er nog.
1896 Utrecht, Biltstraat 57. Enkele veranderingen aan het pand en het bouwen van een werkplaats in de tuin voor instrumentenmaker W.C. Olland. Dit en belendende gebouwen gesloopt en vervangen. Nog geen afbeelding voorhanden van oude situatie. Bouwtekening (HUA; Houtzagers’ handtekening ontbreekt).🔨Utr. prov. en sted. dagblad 01/01/1896.
1896 Zeist. Vergroten villa ‘Zanthoff’, later gespeld ‘Zandhof’, Driebergseweg 8. Gesloopt in 1968. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 14/05/1896. In 1892 was de villa in het openbaar geveild, zie de Weekbode van 05/03/1892. Uit oude adresboeken blijkt dat het huis in 1905 werd bewoond door dr. N.A. Kortland, die tot 1892 nog elders in Zeist woonde. Waarschijnlijk heeft Kortland in 1892 bij de veiling de villa verworven. Dit terrein maakte eerder deel uit van de buitenplaats Schoonoord, zie ook de villa naast Driebergseweg 6 (1886) en Driebergseweg 4 (1889).
1896 Zeist, Slotlaan. Bouw van twee kleine villa’s onder één dak. Exacte adres nog niet bekend.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 25/11/1896.
1898 Utrecht, Emmalaan 1-19 Ⓡ. Bouw herenhuizen voor de Levensverzekerings Maatschappij ‘De Utrecht’. De bouwtekeningen zijn niet bewaard gebleven. De Emmalaan was in die tijd de Middenallee van het Hoogelandsepark, zie de tekening van Houtzagers (HUA). Dolfin 1984 5.3.1, 5.3.3.1, 5.3.3.2; Stenvert et al. 1996, 269. Pey 2004, 147-159, 253. Op nummer 5 is een gevelsteen te zien. Hier en daar zijn ornamenten in de vorm van dieren. Zie ook hier. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/04/1898.
1898 Ramstraat 2-16 Ⓡ. Bouw herenhuizen voor de Levensverzekerings Maatschappij ‘De Utrecht’. Dit vormde één project met Emmalaan 1-19 hierboven. Bouwtekening. Foto van de gevelsteen op Ramstraat 12. Meer informatie hier. Dolfin 1984 5.3.1, 5.3.3.1, 5.3.3.2. Zie ook Stenvert et al. 1996, 269. Pey 2004, 147-159.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/04/1898.
1898 Zeist, Parkweg (later Huydecoperweg 17). Verbouwing villa ‘Parklust’. Inmiddels afgebroken. Nog geen foto voorhanden.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 17/06/1898.
1898 Utrecht, Nieuwegracht 137 Ⓡ. Verbouwing van een huis tot kinderziekenhuis (Wilhelmina Kinderziekenhuis) en een barak voor besmettelijke ziekte in de tuin van dit gebouw. Bouwtekening (HUA). Foto. Hiernaast stond de huishoudschool, zie 1901.
1898 Utrecht, Wilhelminapark 17-24. Bouw woonhuizen Ⓖ. Dit zijn 8 huizen: oneven en even nummers staan hier naast elkaar. Pey 2004, 254, 257 Bouwtekening 1, 2. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 20/09/1898.
1899 Utrecht, Oudegracht 158 Ⓡ. Verbouwing Winkel van Sinkel voor bank Vlaer en Kol. Bouwtekening. Utr. prov. en sted. dagblad 08/05/1899.
1899 Utrecht, Goedestraat 16-36. ‘Namens de Vereeniging tot Verhuring van Woningen aan de Arbeidende Klasse’: het vernieuwen van de uitbouwen van deze huizen. Bouwtekening. Het bouwdossier (niet heel makkelijk te vinden: 4270-69-90, Cie van Fabricage 15-03-1899, 66F) bevat een handgeschreven brief van Houtzagers. Google streetview. Voor de geïnteresseerden in Houtzagers’ werk is dit project niet bijster interessant, want hij heeft alleen de uitbouwen aan de achterkant vernieuwd.
1899-1900 Utrecht, Drift 17 Ⓡ. Restauratie en verbouwing van een pand voor de Utrechtse Hypotheekbank. Bouwtekening 1899. Bouwtekening 1900 (beide HUA). Ingekleurde tekening door Houtzagers, 1899 (HUA). Foto. Zie artikel over deze verbouwing: Pulles 1996 Zie ook Stenvert et al. 1996, 262. Artikel met foto’s van Arjan den Boer op site DUIC. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 22/11/1899.
1900-1901 Zeist, Driebergseweg 2. Verbouwing van het kantoor van de Verzekeringsmaatschappij ‘Kosmos’ Ⓖ. Foto buitenkant. Foto binnenkant. Oude ansichtkaart. Bouwtekening. Dolfin 1984 5.3.2, 5.3.3.2. Zie ook Stenvert et al. 1996, 323. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 31/05/1900 en hier.
1901 Utrecht, Nieuwegracht 135 Ⓡ. Verbouwing van een pand tot huishoudschool. Bouwtekening. Foto. Hier ziet men de meisjes aan de slag. Hiernaast stond het Wilhelmina Kinderziekenhuis, zie 1898. Foto van beide gebouwen naast elkaar, de school rechts van het ziekenhuis. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 16/08/1901. Een nieuwe gedeeltelijke herbouwing naar ontwerp van Houtzagers vindt plaats in 1906: 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 24/02/1906.
1902 Zeist, nabij station Huis ter Heide. Bouwen van een villa met stal en koetshuis. Zelfde als 1905 Huis ter Heide? 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 12/01/1902.
1903 Utrecht, Wilhelminapark 44. Bouw herenhuis Ⓖ. Bouwtekening. Foto. Dolfin 1984 5.3.3.2. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 01/08/1903.
1903 Utrecht, Koekoeksplein 4. Bouw badhuis Ⓖ. Bouwtekening. Foto. Dit pand heeft al sinds de jaren ’20 andere bestemmingen gehad. Dolfin 1984 5.3.3.2. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 22/10/1903.
1898 Utrecht, Stadhuisbrug (5) – Oudegracht. Verbouwing van het warenhuis van Vroom en Dreesman Ⓡ. In dezelfde stijl wordt dit pand nogmaals door Houtzagers verbouwd en vergroot in 1904, 1909, 1914 en 1923. Zie ook Edens en Van Santen 2004, 34; Stenvert et al. 1996,275. Krantenadvertentie voor heropening in 1925. Artikel met foto’s van Arjan den Boer op website DUIC. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 08/01/1923.
1905 Huis ter Heide, weg Utrecht-Soesterberg (exacte adres niet bekend). Villa. Gepubliceerde tekeningen in De Bouwwereld 1905, pp 19. en 60-62. Dolfin 1984 5.3.3.2.
1905 Zeist, Utrechtseweg 85. Verbouwing en uitbreiding van de stallen tot woonhuis van de buitenplaats Schaerweijde. Deze stallen stonden links van huize ‘Welgelegen’ (nr. 87), de villa waar de eigenaar van Schaerweijde ooit woonde. Als wij het goed begrijpen is het linkerdeel (nr. 85) van het complex het resultaat van het verbouwen en uitbreiden van de stallen door Houtzagers in 1905 en heeft in 1908 J.G. Wentink voornamelijk het rechterdeel (nr. 87, het oude Welgelegen dus) verbouwd tot koetshuis, stallen en koetsierswoning. het rechrterdeel is ernstig aangetast doordat hier later een garagebedrijf aan vastgebouwd is. Zie Blijdenstein 1984c, 222-224. Dolfin 1984 5.3.3.2. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 10/03/1905.
1906 Bosch en Duin (gem. Zeist), Amersfoortseweg 29. Villa Ⓖ. Nog een foto. Voor illustraties en beschrijving zie Leliman en Sluyterman 1916, 165 en Blijdenstein 1984b, 78-80.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 16/08/1906.
1906 Utrecht. Bouw Circus Maximus voor Lustrum ‘Germanicus’ van het Utrechtsch Studenten Corps (zie Jekel en Lisman 2006).
1906 Utrecht, Korte Jansstraat 1-7, hoek Achter St. Pieter. Bouw van blok winkelwoonhuizen Ⓖ. Bouwtekening. Foto 1. Foto 2. Dit was een van de projecten van Houtzagers als ‘eigenbouwer’ vlak na de verbreding van de straat. Het gebouw was slecht te verhuren en te verkopen, totdat in 1917 de galanterieënwinkel Boch & Honig er in trok (Van Nieuwenhuysen 1961, 122). Zie ook Stenvert et al. 1996, 277.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 01/05/1906.
1907 Utrecht, Lange Viestraat 9. Verbouwing van het winkelpand van Vroom en Dreesman. In 1912, 1925 en 1926 wordt nr. 9, maar ook nrs. 7 en 11 verder door hem verbouwd. In 1912 en 1913 waarschijnlijk ook, maar daar ontbreekt op de bouwtekeningen zijn handtekening.
1907 Utrecht, Maliebaan 74. Bouw herenhuis Ⓡ. Bouwtekening. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 21/04/1907.
1907 Utrecht, Drift 21 Ⓡ. Verbouwing en uitbreiding woonhuis. Artikel met foto’s van Arjan den Boer op de site van DUIC. Op de bouwtekeningen ontbreekt de handtekening van Houtzagers, maar in de documenten van de Commissie van fabricage (nr. 79B) en in de aanbesteding wordt hij als architect genoemd. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 26/02/1907.
1908 Utrecht, Park Tivoli. Verbouwing concertgebouw.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 11/04/1908. Tivoli was lang geleden een park aan de Wittevrouwensingel en Kruisstraat (gezien vanaf de huidige Stadsschouwburg aan de overkant van het water richting Nachtegaalstraat). Het concertgebouw stond op Kruisstraat 1, daar waar nu het appartementencomplex 1-39 staat, rechts van het gebouw van de vroegere RHBS, nu cultuurcentrum Parnassos). In de jaren 1950 is het concertgebouw gedeeltelijk ingestort, vervolgens gesloopt en vervangen door een noodgebouw aan het Lepelenburg, tot de bouw van het Muziekcentrum aan het Vredenburg (eind jaren 1970). Dat Muziekcentrum is inmiddels sterk uitgebreid en omgedoopt in TivoliVredenburg. Zie ook het artikel van Arjan den Boer. Hier nog een foto waarop ook het park Tivoli te zien is.
1910 Hilversum, Soestdijkerstraatweg 46 Ⓖ. Bouw herenhuis in opdracht van broer J.D. Houtzagers. Bouwtekening. 🔨Gooi- en Eemlander 09/04/1910.
1911 Utrecht, Omgelegde Baanstraat (nu Burgemeester Reigerstraat 65, hoek Oudwijkerdwarsstraat) Ⓖ. Bouw woon-winkelpand. Het gaat om de linkerkant van het op de foto getoonde blok. Een jaar later is hier aan vast door een andere architect in dezelfde stijl nr. 63 gebouwd (hoek Oudwijkerdwarsstraat-Baanstraat), zodat nrs. 63 en 65 een eenheid vormen. Er zijn door Houtzagers ondertekende bouwtekeningen in HUA (nt. publ.) 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 20/04/1911.
1911-1912 Utrecht, Van Limburg Stirumplein 2. Bouw Holy Trinity Church Ⓖ. Ingekleurde tekening (1911) door Houtzagers, (HUA, cat nr. 39815). 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 14/01/1911. Er zijn door Houtzagers ondertekende bouwtekeningen (nt. publ., HUA).
1912 Utrecht, Maliesingel 16. Verbouwing woonhuis. Het huis is in 1936 afgebroken. Er is een door Houtzagers ondertekende bouwtekening (HUA, nt. publ.).🔨Utr. prov. en sted. dagblad 02/04/1912.
1912 Utrecht, Catharijnesingel 65. Verbouwing woonhuis. Er zijn door Houtzagers ondertekende bouwtekeningen (nt. publ., in HUA per abuis onder nr. 56 ipv 65). Het huis is gesloopt en vervangen, en we hebben geen foto kunnen vinden van daarvóór. Daarom linkt de thumbnail naar een foto van nu.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 20/03/1912.
1912 Soest, Lazarusberg. Voor de Gerharda-Sebilla-Verhoeven Stichting: bouwen van een centraal gebouw en twee paviljoens. 🔨 De Nederlander 07/06/1912.
1913 Utrecht, Catharijnekade 9 Ⓖ. Versobering voorgevel. De thumbnail linkt naar een foto met een trapgevel en een klok. Dat is een uitbreiding van de jaren 1950. Hier een foto van de toestand daarvoor (2e helft jaren 1930 (HUA). Wikipedia-artikel over Westerkerk. Er is een bouwtekening (nt. publ., HUA).
1913 Utrecht, Zonstraat 112a. Volksbadhuis Dit gebouw ligt tussen de Zonstraat en de Homeruslaan. Er zijn bouwtekeningen (nt. publ., HUA). Foto uit 1913. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 05/03/1913.
1913 Utrecht, Van Hogendorpstraat 26. Bouw pastorie bij Holy Trinity Church Ⓖ. Ingekleurde tekening door Houtzagers, ondertekende bouwtekening in HUA (nt. publ.), gepubliceerde ilustraties (uit Leliman 1920). 🔨Stichtse Courant 18/06/1913.
1914 Utrecht, Oppenheimplein. Bouw Rijkslandbouwwinterschool. Bouwdossier niet gevonden, maar zie het boekje Rijkslandbouwwinterschool 1939, 11.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 21/02/1915.
1914 Utrecht, Kanaalstraat 36-38. Bouw badhuis Ⓖ. Later is dit gebouw een tijdlang gebruikt als moskee. De streng gereformeerde Houtzagers zou bij deze gedachte tenminste het hoofd geschud hebben, maar hij leefde natuurlijk in een ander tijdperk. Er zijn verscheidene bouwdossiers, één door Houtzagers ondertekende bouwtekening is bewaard gebleven (HUA, nt. publ.). 🔨Stichtse Courant 28/12/1914.
1914 Utrecht, Wittevrouwensingel 1. Vergroten sociëteitsgebouw van park Tivoli. Er zijn bouwtekeningen (HUA, nt. publ.). 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 25/01/1914. Zie de toelichting over park Tivoli hierboven bij het jaar 1908. De sociëteit lag op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Nachtegaalstraat, zie deze foto. Het park is in 1929 verkocht als bouwterrein en de sociëteit is toen gesloopt. Het concertgebouw is nog enkele decennia blijven staan.
1922-1923 De Bilt, Soestdijkseweg Zuid 49. Bouw Immanuelkerk en pastorie Ⓖ. Foto’s interieur (uit Schneider 1987) nr. 1, 2. Houtzagers was zelf gemeentelid en ontwierp de kerk gratis. Zie ook Stenvert et al. 1996, 90. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 28/05/1922.
1925 Utrecht, hoek Thorbeckelaan-Boerhaavelaan. Bouw badhuis. Er is een bouwtekening (HUA, nt. publ.). Dit was het badhuis dat volgens sommigen te klein was (zie eerder op deze pagina en Algemeen Dagblad van 13 mei 2020): er waren slechts 38 douches en 6 baden voor een wijk van 1000 arbeiderswoningen, vol met mensen die vuil werk deden. In 1953 werd het badhuis flink uitgebreid en voorzien van een beeld van Joop Hekman van een badende vrouw. Dit beeld zou voor Houtzagers ongetwijfeld te wulps geweest zijn, maar hij was al jaren dood. Het gebouw is in 2012 gesloopt en vervangen door een appartementencomplex, zie foto. Het beeld van Joop Hekman hangt in de hal van het gebouw, en er is een aantal replica’s op de buitenmuur bevestigd, zie foto. Er is ook een plaquette met een QR-code die linkt naar informatie over het verleden.🔨Utr. prov. en sted. dagblad 20/05/1925. Voor persoonlijke herinneringen aan dit badhuis klik hier.
1925 Utrecht, Groenestraat. Bouw huis ten dienste van het Kinderziekenhuis en het academisch onderwijs. Er is een bouwtekening (HUA, nt. publ.). Volgens het bouwdossier zou het gaan om Groenestraat nrs. 56-58. Wij vermoeden dat het gebouw min of meer stond op de plaats van het huidige appartementencomplex Groenestraat 100-110. 🔨Utr. prov. en sted. dagblad 13/06/1925.
1925-1927 Utrecht, Drift 5/Nobelstraat 1-5. Blok winkelwoonhuizen. Oude foto (HUA).
1926 Utrecht, Willem van Noortplein 19. Bouw volksbadhuis. Nu is in het pand een restaurant gevestigd genaamd ‘Badhuis’. Foto met negatief commentaar in een artikel van de redactie van Architectura in de 54e jaargang (1933), nr. 43 , p. 378. Er is een bouwtekening (HUA, nt. publ.).🔨Utr. prov. en sted. dagblad 21/12/1926.
1927 De Bilt, Burgemeester de Withstraat 14. Bouw winkelpand. Er is een bouwtekening (nt. publ.).
1928 Zevenhuizen, Dorpsstraat 106-108. Bouw Gereformeerde kerk. De thumbnail linkt naar een foto uit 1960. Tekeningen met kritisch commentaar uit 1931.
Niet gerealiseerd
- 1883 Ontwerp voor een ‘Kurhaus’ in Noordwijk, onder de titel ‘G’. Dit was een prijsvraag, waarbij Houtzagers de derde prijs won. Geen afbeelding bekend. Zie Mulder 2014. Scan uit Leidsch Dagblad, 31/03/1883
- 1884 Ontwerp voor de Beurs van Amsterdam, onder de titel ‘Per aspera’, samen met D. Verheul Dzn. en J. Kok. Geen afbeelding bekend. Prijsvraag die gewonnen werd door het beroemde ontwerp van Berlage. Zie ook Hoogewoud 1974, 347. In 1889 nam Houtzagers ‘revanche’ door de prijsvraag te winnen voor de Sociëteit Sic Semper (zie hierboven bij het jaartal 1889), waar Berlage ook aan deelnam.
- 1885 Ontwerp voor een gebouw voor permanente tentoonstellingen (Jaarbeurs). Deze prijsvraag werd door Houtzagers gewonnen, maar het gebouw kwam er niet. Pey 2004, 28. Afbeelding.
- 1920. Ontwerp voor een kunstdagschool in het Catharijne Convent, Utrecht, samen met C. de Haas.
- Jaar? Ontwerp nieuw Utrechts stadhuis. Het Utrechts Archief bezit:
- een toespraak van Houtzagers voor het Kunstverbond over een sterk vernieuwd stadhuis (opgenomen in de scrptie van Marceline Dolfin, deel I, bijlage IV, zie verder op deze pagina),
- twee ingekleurde tekeningen (cat.nr. 214671-214672, zie hier) en
- vier bouwtekeningen (216512-216515) van Houtzagers voor een nieuw stadhuis zie hier.
- De datering van al deze items wordt in HUA met veel onzekerheid gepresenteerd en verschilt sterk. Het lijkt ons waarschijnlijk dat de afbeeldingen en de toespraak bij elkaar horen. Als dat klopt zouden de dateringen dicht bij elkaar moeten liggen..
Onzeker
- 1892 Soest: Gemeenteschool. Wordt genoemd in Dolfin 1984, bijlage II bij jaartal 1892, niet getraceerd.
- ?1900 Utrecht, Drift 15: Reconstructie gevel en renovatie hal. In verschillende bronnen wordt Houtzagers in verband gebracht met dit pand, maar wij kunnen hier geen bewijs van vinden.
Scriptie van Marceline Dolfin over Houtzagers
Deel 1: Hoofdtekst
Inhoud:
- Hoofdstuk I. Utrecht, historische schets over de periode 1820-1940, met name voor zover deze betrekking heeft op de bouwgeschiedenis van de stad
- Hoofdstuk II. De bouw- en architectenwereld in Utrecht
- Hoofdstuk III. Houtzagers’ biografische gegevens en opleiding tot architect
- Hoofdstuk IV. Houtzagers, activiteiten en positie
- Hoofdstuk V. Houtzagers’ werk, ontwikkeling en kenmerken
- Bijlagen, waaronder een lijst van werken en twee toespraken van Houtzagers
Deel 2: Afbeeldingen
Dit zijn bouwtekeningen, ontwerpen en foto’s van uitgevoerde werken.
Overige bronnen op Internet
Er is ook een Wikipedia-pagina over Houtzagers, die wij (en misschien anderen) af en toe aanvullen. U zult daar echter geen informatie vinden die op deze pagina niet staat.
Bibliografie
Blijdenstein, Roland, 1983 Zeist, groei en bouw. Het Slot en omgeving. Zeist.
Blijdenstein, Roland, 1984a Zeist, groei en bouw. Geschiedenis, bouwstijlen en woonhuistypen (derde druk). Zeist.
Blijdenstein, Roland, 1984b Zeist, groei en bouw. Den Dolder en Bosch en Duin. Zeist.
Blijdenstein, Roland, 1984c Zeist, groei en bouw. Utrechtseweg-Driebergseweg. Zeist.
Blijdenstein, Roland, 1984d Zeist, groei en bouw. Patijnpark, Dorpskern en Wilhelminapark. Zeist.
Blijdenstein, Roland en Marinus Kooiman, 1996 Architectuur en stedebouw in de provincie Utrecht 1850-1940. Zwolle, Zeist.
Boer, Arjan den, 2015 “Stadhuisbrug: krijgt de oude V&D z’n allure terug?” De Utrechtse Internet Courant 16/1/2015.
Boer, Arjan den, 2015 “Drift 21: een megalomane bankierswoning” De Utrechtse Internet Courant 23/10/2015.
Boer, Arjan den, 2016 “Arjan den Boer over verdwenen gebouwen: Het oorspronkelijke Tivoli”, De Utrechtse Internet Courant 29/6/2016.
Boer, Arjan den, 2017 “Drift 17: eeuwenoud woonhuis werd Utrechtsche Hypotheekbank” De Utrechtse Internet Courant 16/1/2017.
Boer, Arjan den, 2018 “Sic Semper: zo zal het blijven” De Utrechtse Internet Courant 16/2/2018.
Boer, Arjan den, 2019 “Verdwenen musea: Museum van Kunstnijverheid aan de Wittevrouwenkade”, De Utrechtse Internet Courant 19/4/2019.
Boer, Arjan den, 2020 Vergeten gebouwen in Utrecht 1850-1940. DUIC, Utrecht. [Gedrukt boek waarin onder andere enkele van de voorgaande titels van Arjan den Boer zijn opgenomen.]
Boer, Arjan den, 2021 “Architect in Utrecht en Indië : Rijk Rijksen Gzn. (1872-1944)”, in Oud-Utrecht : tijdschrift voor geschiedenis van de stad en provincie Utrecht, april 2021.
Does, Arinda van der en Richard Zweekhorst, 2009 Tuinhistorische waardering. Buitenplaats De Viersprong Woudenberg.
Dolfin, Marceline, 1984 P.J. Houtzagers, architect. Doctoraalscriptie Kunstgeschiedenis, Universiteit Utrecht.
Dolfin, Marceline J., E.M. Kylstra en Jean Penders 1989 Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht. ’s Gravenhage.
Dolfin, Marceline, 1998 “Petrus Johannes Houtzagers (1857-1944), architect”. In: Utrechtse biografieën Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters, deel 5. Utrecht, p. 62-66.
Edens, Catja en Bettina van Santen 2004 Gids voor architectuur en stedenbouw in Utrecht 1900-2005. Bussum.
Geel, Jessica van, 2018. I love you Rietveld. Amsterdam.
Hoogewoud, Guido, 1974 “De Amsterdamse Beursprijsvraag van 1884”, in: H. P. Berlage 1856-1934: Een bouwmeester en zijn tijd (= Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 25), 277-365.
Houtzagers, P.J., 1902 Catalogus van het Museum voor Kunstnijverheid te Utrecht. Utrecht.
Houtzagers, P.J. (jr.) Autobiografische aantekeningen. Niet gepubliceerd, in familiebezit. [Het gaat hier om een kleinzoon van de architect (1919-2005), vader c.q. grootvader van de samenstellers van deze pagina.]
Hulten, Bibi van et al., 1992 Jugendstil in Utrecht. Utrecht.
Japikse, N. et al., 1938 Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Amsterdam [Dit is een soort Who is who van Nederland eind jaren 1930. Op p. 706 staat zowel een artikel over P.J. Houtzagers als over zijn neef Gijsbertus.]
Jekel, J.M en A.J.A.M Lisman, 2006 De lustrumfeesten te Utrecht in 1906. Hilversum. Lijst van Nederlandse architecten.
Leliman, J.H.W., 1920 Het stadswoonhuis in Nederland gedurende de laatste 25 jaren. Met 480 afbeeldingen. ’s Gravenhage.
Leliman, J.H.W. en K. Sluyterman, 1916 Het moderne landhuis in Nederland. ’s Gravenhage.
Meulen, J.N. van der, 1993 “Museum en school van kunstnijverheid te Utrecht”, in: Maandblad Oud-Utrecht, september 1993, p. 94-100.
Mulder, Peter, 2014 “Een tentoonstelling in 1883”, De Blauwdotter, Ledenblad van het Genootschap ‘Oud Noordwijk‘ nr. 1689-12.
Nieuwenhuysen, W.L. van 1961 “Herinneringen aan de Korte Jansstraat”, Maandblad Oud-Utrecht, oktober 1961, 119-123.
Opmerker, De, 1866-1919 [Bouwkundig weekblad, beschikbaar als doorzoekbare pdf op verschillende plaatsen online]
Pey, Ineke, 2004 Bouwen voor gezeten burgers. Herenhuizen en villa’s in de nieuwe stadswijken van Utrecht, Groningen en Nijmegen (1874-1901). Zwolle/Zeist.
Pulles, Noortje, 1996 “Anno Reparata 1900. De restauratie van het pand Drift 17 door P.J. Houtzagers in 1900”. In: Banken in Amsterdam 1860-1890 (= De Sluitsteen jaargang 12). Ohé en Laak.
Rijkslandbouwwinterschool, 1939. De Rijkslandbouwwinterschool te Utrecht 1914-1939. Utrecht.
Russo, Beatrice, 2000 “Overburen”, in Post Planjer. Vormgeving, architectuur en stedenbouw 23, 22-29. Utrecht.
Santen, Bettina van, 1990 Architectuur en stedebouw in de gemeente Utrecht 1850-1940. Zwolle, Zeist.
Schaik, Ton H.M. van, 2018 “Soap in het museum. Juffrouw Houtzager als directrice van het Centraal Museum (1951-1972)”, in: Oud Utrecht 1018/2, 48-54. Link naar pdf van dit nummer van Oud-Utrecht.
Scheffer, Carl, 2014 Begeerlijk Berbice. Voorschoten.
Schilp, Cor, 1985 “Utrechts Ommelanden 85 jaar geleden”. In: Van Buiten, periodiek van de Stichting Het Utrechts Landschap 10/1. De Bilt.
Schneider, Chr. L., 1987 De kleine kerk van De Bilt. 100 jaar Gereformeerde Kerk 1887-1987. De Bilt.
Stenvert, Ronald et al., 1996 Monumenten in Nederland. Utrecht. Zeist, Zwolle. Ook online.
Stenvert, Ronald, 2012 Biografie van de baksteen 1850-2000. Wbooks, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Te downloaden als pdf.
Visser, Leo, 2002 “Badhuizen in Zeist”. In: Seijst 2002 II, 35-42.
Contact
h.p.houtzagers”at”rug.nl. Vervang “at” door een apenstaartje. Laatste update: 3 september 2024.